28 juli 2013

Noorwegen 2013: Oslo (1)

Vandaag had ik het er nog over met iemand: je hebt vakantie en je hebt reizen. Het lijkt hetzelfde, maar dat is het niet. Bij het woord 'vakantie' denk ik aan luieren op het strand of een stedentripje. Dat eerste is trouwens niets voor mij. Één dag strand is genoeg, daarna wil ik weer dingen zien of doen. Stedentripjes zijn wel aan mij besteed. Dan komt mijn culturele en historische kant tot bloei! 'Reizen' is trekken. Steeds weer bedenken waar je de volgende dag gaat slapen, vervoer uitzoeken, bedenken waar je de boodschappen kunt doen etc. Mijn 'vakantie' naar Noorwegen was zo'n 'reis'. Geestelijk helemaal losgekomen van de dagelijkse sleur, maar lichamelijk wel vermoeid terugkomen. Prima voor mij!

Omdat ik een stiekeme droom heb reisboeken te schrijven á la Paul Theroux, heb ik tijdens mijn reis een aantekenboekje bijgehouden. En af en toe notes in mijn telefoon gezet. De komende weken probeer ik ze uit te werken. Deze week: Oslo, deel 1.

Op vrijdag 14 juni trek ik mijn bergschoenen aan, hijs ik mijn backpack op mijn rug en stap ik om 7 uur 's ochtends de tram in richting het station. Mensen kijken mij vreemd aan: waar gaat die rugzak met dat meisje naar toe?! De trein naar Schiphol is bomvol, dus dat wordt staan.. Gelukkig is het op het vliegveld wel rustig en kan ik al snel mijn last dumpen en vervolgens genieten van een kopje koffie. In het vliegtuig kom ik al in Scandinavische sferen: de crew spreekt Noors. Ik heb een hele rij stoelen voor me alleen. Heerlijk! Één man valt me al een tijdje op. Hij draagt een aantal pakken aan een hanger met zich mee en heeft een opvallend blond kapsel. In Oslo spreekt hij me in het Engels aan, nadat ik hem vertelde dat de pinautomaat niet werkte: 'Ik dacht dat je uit Noorwegen kwam!' Blijkbaar val ik met mijn blonde haren en blauwe ogen niet uit de toon hier. Hij vertelt me dat hij een PhD in de architectuur doet in Delft, maar in Rotterdam woont. Hij vindt het een rot stad. Delft vindt hij veel mooier. Hij is in Oslo voor een congres. Dit is de eerste keer dat iemand me aanspreekt tijdens deze reis en ik bedenk me hoe makkelijk dat eigenlijk gaat als je op weg bent.

Mijn hostel ligt niet in het beste deel van de stad. Ik loop door een straat waar alle zigeuners lijken samen te klitten. Ze zitten op iedere straathoek te bedelen en lopen doelloos heen en weer. Ook zit er een soort verslavingskliniek in de straat met een rij zwervers voor de deur. Helaas kan ik nog niet inchecken, maar mijn backpack laat ik wel alvast achter. Het is erg warm en ik besluit richting het water te lopen. Oslo is relatief kleine stad. Er is een centrum met de standaard winkels en aan het water heb je veel restaurants en cafés. Op deze eerste dag loop ik, net zoals de zigeuners, nog een beetje doelloos rond. Ik moet nog wennen aan het alleen zijn: wat ga je doen in je eentje in zo'n stad? Uiteten? Nee.. Daar voelde ik me toen nog niet comfortabel genoeg bij.. Dan maar lekker langs het water lopen en het bijzondere operagebouw bekijken. De zon schijnt fel en het is prima vertoeven aan het water. Zittend op een bankje kijk ik naar de cruisegasten. Het zijn Amerikanen en Japanners. De Amerikanen met witte sportschoenen en de Japanners met grote hoeden tegen de zon. Ze zijn er een paar uurtjes en dan varen ze weer verder met het grote schip.

Na een aantal uurtjes aan het water is het tijd om in te checken. In de kamer (3 stapelbedden, keukentje en badkamer) maak ik kennis met een Noors meisje uit Kristiansand. Zij is in Oslo voor een toelatingsweekend voor de opleiding tot architect. Alweer een architect dus. Op zaterdag moet ze een aantal toetsen maken en ze verontschuldigd zich alvast voor haar vroege opstaan de volgende ochtend. Om 6 uur zal zij namelijk al weg moeten. Ik vind dat uiteraard geen probleem en wens haar succes met de toelating. Wanneer ik om half 10 's avonds weer op de kamer kom, ligt een Aziatisch meisje al keihard te pitten. Het is de eerste keer dat het me opvalt dat backpackers vaak vroeg gaan slapen. Later begin ik dat wel te snappen. De eerste nacht in het hostel slaap ik slecht: het is licht en de gordijnen verduisteren niet genoeg. Ieder uur wordt ik wakker en denk ik: 'het is vast 5 uur'. Maar nee, de zon wil in juni niet ondergaan in Noorwegen. En inderdaad wordt ik ook om 6 uur wakker als de architect op staat. Na nog een uurtje slaap, geef ik het op. Deze dag wil ik ook veel zien, dus dan maar op staan!

Wordt vervolgd..

Geen opmerkingen:

Een reactie posten