31 juli 2013

Noorwegen 2013: Oslo (2)

15 juni - Na een onrustige nacht besluit ik op deze wederom prachtige dag, vroeg op te staan en er een cultureel dagje van te maken. Helaas heeft het hostel alleen vieze koffie en ben ik vergeten de dag ervoor ontbijt te halen (leermomentje!), dus eerst maar naar de supermarkt en een kiosk voor lekkere koffie. Terwijl ik eet, loop ik rustig richting het water waar een bootje vertrekt naar het schiereiland Bygdøy. Op dit eiland liggen een aantal bekende musea en ik ga naar het Norsk Folkemuseum. Dit is een openluchtmuseum waar oude huisjes staan. Denk aan het Nederlands Openluchtmuseum in Arnhem, zoiets is het. Interessant vind ik het altijd: hoe de mensen leefden vroeger, wat ze aten, wat ze droegen etc. Ik loop er rond tot lunchtijd en bedenk waar ik nu heen zal gaan.

Het bootje wat me naar Bygdøy bracht is een hop on/hop off bootje, dus ik neem een haventje verder en stap uit bij het Fram Museum. Dit museum is gewijd aan het schip de Fram, dat onder andere door Roald Amundsen is gebruikt tijdens zijn poolexpedities. Amundsen zette in 1911 als eerste mens voet op de Zuidpool. In het museum staat het grote schip tentoongesteld en wordt de geschiedenis van de poolexpedities verteld.

Na een uurtje heb ik het wel gezien en besluit ik een stukje te wandelen over het eiland. Er staan grote houten huizen van de welgestelde Noren, die er in de zomer op vakantie gaan. Ik volg een bordje waarop het strand staat aangegeven, maar ik ben al snel de weg kwijt. Toch kom ik na 3 kwartier lopen in een groot park terecht, waar alle jonge inwoners van Oslo zich bevinden. En er is inderdaad een strand! Hier besluit ik even wat slaap te pakken na de korte nacht. Heerlijk, want de zon schijnt en dat had hij in Nederland nog niet echt gedaan in de lente. Het is warm en ik kan zowaar in een korte broek zitten. Ma het rustmomentje loop ik langs de randen van het eiland terug naar het haventje waar de boot vertrekt. Onderweg loop ik door bossen en duiken steeds afgelegen strandjes op. Mensen lopen hard over de paadjes en ik bedenk me dat ik hier zeker zou hardlopen als ik hier zou wonen. Prachtig stukje natuur bij de stad!

's Avonds in het hostel lig ik vroeg op mijn bed, moe van het vele lopen en buiten-zijn.  Een aantal backpackers om me heen ligt al te slapen. Ik schrijf in mijn opschrijfboekje over 'de nachtbrakers', 'de Aziaat' en 'de architect'. De nachtbrakers zijn twee meisjes uit Duitsland die de nacht ervoor midden in de nacht binnenkwamen met hun koffers en enorm aan het ritselen waren. Ze liggen samen boven me in het stapelbed en fluisteren net hard genoeg om mee te krijgen dat ze zijn gaan shoppen vandaag. Ze hebben rolkoffers bij zich met modieuze kleding en er staan tassen in het halletje met nieuw geshopte schoenen. Het haar moet drie keer geföhnt worden en 's ochtends staan ze een half uur voor de spiegel. De Aziaat is een Aziatisch meisje, waarvan ik er later nog meer zal tegenkomen: jong, alleen, stil en erg op zich zelf. Ze is verlegen en spreekt niet heel goed Engels. Ze is spelletjes aan het spelen op haar mobiel, slaapt om half 10 en staat om 6 uur op om vervolgens de hele dag door de stad te lopen. De architect is doodmoe na haar toelatingsdag. Morgen zal zij nog een keer moeten. Ze wenst me alvast een hele goede reis en vind me 'tough' omdat ik ook ga kamperen.

Ja, dat kamperen ben ik ook wel benieuwd naar! Morgen vertrek ik naar Geilo (spreek uit als Jeilo), waar ik drie nachten op een camping zal staan.

Zondag meer over Geilo en Duitse mannen. Das ist so geil, ja.

28 juli 2013

Noorwegen 2013: Oslo (1)

Vandaag had ik het er nog over met iemand: je hebt vakantie en je hebt reizen. Het lijkt hetzelfde, maar dat is het niet. Bij het woord 'vakantie' denk ik aan luieren op het strand of een stedentripje. Dat eerste is trouwens niets voor mij. Één dag strand is genoeg, daarna wil ik weer dingen zien of doen. Stedentripjes zijn wel aan mij besteed. Dan komt mijn culturele en historische kant tot bloei! 'Reizen' is trekken. Steeds weer bedenken waar je de volgende dag gaat slapen, vervoer uitzoeken, bedenken waar je de boodschappen kunt doen etc. Mijn 'vakantie' naar Noorwegen was zo'n 'reis'. Geestelijk helemaal losgekomen van de dagelijkse sleur, maar lichamelijk wel vermoeid terugkomen. Prima voor mij!

Omdat ik een stiekeme droom heb reisboeken te schrijven á la Paul Theroux, heb ik tijdens mijn reis een aantekenboekje bijgehouden. En af en toe notes in mijn telefoon gezet. De komende weken probeer ik ze uit te werken. Deze week: Oslo, deel 1.

Op vrijdag 14 juni trek ik mijn bergschoenen aan, hijs ik mijn backpack op mijn rug en stap ik om 7 uur 's ochtends de tram in richting het station. Mensen kijken mij vreemd aan: waar gaat die rugzak met dat meisje naar toe?! De trein naar Schiphol is bomvol, dus dat wordt staan.. Gelukkig is het op het vliegveld wel rustig en kan ik al snel mijn last dumpen en vervolgens genieten van een kopje koffie. In het vliegtuig kom ik al in Scandinavische sferen: de crew spreekt Noors. Ik heb een hele rij stoelen voor me alleen. Heerlijk! Één man valt me al een tijdje op. Hij draagt een aantal pakken aan een hanger met zich mee en heeft een opvallend blond kapsel. In Oslo spreekt hij me in het Engels aan, nadat ik hem vertelde dat de pinautomaat niet werkte: 'Ik dacht dat je uit Noorwegen kwam!' Blijkbaar val ik met mijn blonde haren en blauwe ogen niet uit de toon hier. Hij vertelt me dat hij een PhD in de architectuur doet in Delft, maar in Rotterdam woont. Hij vindt het een rot stad. Delft vindt hij veel mooier. Hij is in Oslo voor een congres. Dit is de eerste keer dat iemand me aanspreekt tijdens deze reis en ik bedenk me hoe makkelijk dat eigenlijk gaat als je op weg bent.

Mijn hostel ligt niet in het beste deel van de stad. Ik loop door een straat waar alle zigeuners lijken samen te klitten. Ze zitten op iedere straathoek te bedelen en lopen doelloos heen en weer. Ook zit er een soort verslavingskliniek in de straat met een rij zwervers voor de deur. Helaas kan ik nog niet inchecken, maar mijn backpack laat ik wel alvast achter. Het is erg warm en ik besluit richting het water te lopen. Oslo is relatief kleine stad. Er is een centrum met de standaard winkels en aan het water heb je veel restaurants en cafés. Op deze eerste dag loop ik, net zoals de zigeuners, nog een beetje doelloos rond. Ik moet nog wennen aan het alleen zijn: wat ga je doen in je eentje in zo'n stad? Uiteten? Nee.. Daar voelde ik me toen nog niet comfortabel genoeg bij.. Dan maar lekker langs het water lopen en het bijzondere operagebouw bekijken. De zon schijnt fel en het is prima vertoeven aan het water. Zittend op een bankje kijk ik naar de cruisegasten. Het zijn Amerikanen en Japanners. De Amerikanen met witte sportschoenen en de Japanners met grote hoeden tegen de zon. Ze zijn er een paar uurtjes en dan varen ze weer verder met het grote schip.

Na een aantal uurtjes aan het water is het tijd om in te checken. In de kamer (3 stapelbedden, keukentje en badkamer) maak ik kennis met een Noors meisje uit Kristiansand. Zij is in Oslo voor een toelatingsweekend voor de opleiding tot architect. Alweer een architect dus. Op zaterdag moet ze een aantal toetsen maken en ze verontschuldigd zich alvast voor haar vroege opstaan de volgende ochtend. Om 6 uur zal zij namelijk al weg moeten. Ik vind dat uiteraard geen probleem en wens haar succes met de toelating. Wanneer ik om half 10 's avonds weer op de kamer kom, ligt een Aziatisch meisje al keihard te pitten. Het is de eerste keer dat het me opvalt dat backpackers vaak vroeg gaan slapen. Later begin ik dat wel te snappen. De eerste nacht in het hostel slaap ik slecht: het is licht en de gordijnen verduisteren niet genoeg. Ieder uur wordt ik wakker en denk ik: 'het is vast 5 uur'. Maar nee, de zon wil in juni niet ondergaan in Noorwegen. En inderdaad wordt ik ook om 6 uur wakker als de architect op staat. Na nog een uurtje slaap, geef ik het op. Deze dag wil ik ook veel zien, dus dan maar op staan!

Wordt vervolgd..

9 juli 2013

Alleen op vakantie?!

Ja! Alleen op vakantie. Dat heb ik gedaan. Ik heb vaak gehoord dat mensen het stoer of spannend vonden of eenzaam. Vooral toen ze hoorden dat ik ook ging kamperen. Maar stoer vond ik mezelf niet echt. Of ja, misschien toch wel een beetje. Want hoe meer mensen dat onderweg tegen je zeggen, hoe meer je het gaat geloven. Een oudere Nederlandse meneer, die met de camper op pad was, 'vond het meer een hele onderneming'. En dat was het ook wel. Ik heb mijn backpack de eerste dagen vervloekt. Ik weet als geen ander dat je niet te zwaar moet pakken en dat iemand met mijn postuur niet een hele grote tas kan dragen. Toch liep ik met ruim 13 kilo de deur uit. Iets waar ik gaandeweg gelukkig wel aan wende.

Waarom ga je alleen? Dat is een vraag die je dan vaak moet beantwoorden. Ik had dat in januari besloten. Ik was nog nooit ècht alleen weggeweest. Wel ooit alleen naar Engeland gegaan, maar daar deed ik een talencursus, dus kwam je in een groep terecht. Als je alleen gaat, kun je helemaal zelf bepalen wat je gaat doen. Niemand die iets anders wil, niemand die zeurt. Gewoon je eigen ding doen. En dat is me prima bevallen! Daarnaast kwam deze vakantie ook precies op tijd. Ik moest even nadenken en daarna mijn hoofd leegmaken. En hoe kan dat beter dan tijdens lange bergtochten..

Eenzaam is het echt niet. Zelfs niet als je in je tentje op de camping staat. Zo kwam ik op de eerste camping de Deutsche jongens Torben und Thomas tegen. Ik heb twee avonden bij hen gegeten en gedronken. Gezellig! In de hostels kom je genoeg alleenreizende jongeren tegen. Dus als je behoefte hebt aan een gesprek, dan kan dat altijd. De ontmoeting met de twee jonge gidsen van het Klimapark, vlakbij Lom, zal ik me ook blijven herinneren. Beiden zijn begin 20 en werken in de zomer op de gletsjer van de Galdhoppigen. Ze doen allebei een studie die een combinatie is van toerisme en natuur. Zelf noemen ze het 'Outdoortourism'. Van wat ik er over gehoord heb, klinkt het als een fantastische studie. Ze bieden me een lift aan terug naar de camping omdat ik nog zo lang op de bus moet wachten. Stiekem ben ik een beetje jaloers op hun zomerbaantje!

Natuurlijk zijn er ook wel nadelen. Je wilt met andere mensen delen hoe mooi het ergens is. Dus ik was blij met de verschillende WiFi punten, want dan kan je wat contact met het thuisfront houden. Een ander nadeel: als het al vroeg op de avond begint met regenen en je op de camping staat met een klein tentje, kan je niet zo veel. Ja, lezen en slapen.. Maar dan is het toch gezelliger met zijn tweeën in dat tentje ;-) Maargoed, ik heb maar èèn zo'n avond gehad en verder was het prachtig weer!

Een mooie ervaring dus!

 
Een nummer wat vaak door mijn hoofd speelde tijdens het lopen: